Actieplan veiligelanders

Actieplan veiligelanders

Het Nederlandse asielbeleid staat altijd garant voor discussie. De positie van JA21 is helder: asielopvang hoort niet in Nederland, maar in de eigen regio plaats te vinden. Waar vriend en vijand het echter over eens zouden moeten zijn, is dat asielzoekers die geen enkele kans maken op een verblijfsvergunning in Nederland geen druk op onze asielprocedure horen te leggen.

De realiteit is helaas anders. Maar liefst één op de vijf asielaanvragen in Nederland wordt gedaan door asiel- zoekers uit veilige landen zoals Marokko.

Veel problemen binnen het Nederlandse asielbeleid hangen samen met deze zogeheten veiligelanders. Door vast te houden aan het vluchtelingenverdrag van 1951 verplicht Nederland zichzelf om iedere asielaanvraag in behandeling te nemen1. Een proces dat door asielzoekers en hun advocaten middels het starten van nieuwe procedures haast eindeloos gerekt kan worden. Dit met als gevolg dat de gehele asielketen kraakt on- der personen die misbruik maken van het systeem.

Maar daar blijft de overlast niet bij. Veiligelanders vormen ook een disproportioneel grote bedreiging voor de openbare orde en veiligheid in Nederland. Onlangs bleek uit het jaarlijkse incidentenoverzicht dat 53% van de Marokkanen en eveneens 53% van de Tunesiërs die in 2020 in een COA-locatie verbleven, daar een incident veroorzaakte. Dit gold tevens voor 48% voor personen afkomstig uit het tot voor kort als veilig bestempelde Algerije. Zelfs wanneer we naar misdrijven kijken liggen deze percentages respectievelijk op 38%, 35% en 38%. 62% van de verdachte vreemdelingen in zaken die door het Openbaar Ministerie werden opgepakt, was afkomstig uit een veilig land. Bij veroordelingen door de rechter gaat het zelfs om 70%.

Kortom: redenen te over om werk te maken van het weren én terugsturen van asielzoekers uit veilige landen. Het kabinet slaagt daar helaas echter amper
in. Het aandeel veiligelanders is de afgelopen jaren niet gedaald, maar gestegen. En vorig jaar moest het kabinet erkennen dat van het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers uit veilige landen niet of nauwelijks iets terechtkomt. Veel van hen verdwijnen in de illegaliteit (de helft van alle uitgeprocedeerde asielzoekers) en het kabinet weigert om de druk op te voeren richting herkomstlanden die uitgeprocedeerde onderdanen weigeren terug te nemen. Zelfs de drukmiddelen die nota bene in het regeerakkoord zijn opgenomen, werden niet ingezet uit angst voor diplomatieke gevolgen. Dit terwijl bijvoorbeeld Marokko openlijk de Nederlandse autoriteiten tart door geen ‘laissez-passer’ (tijdelijk reisdocument) te verschaffen. Ondertussen worden Nederlandse burgers, ondernemers, ov-medewerkers en COA-personeel iedere dag opnieuw de dupe van het wangedrag of ronduit misdaden van asielzoekers die hier helemaal niet horen te zijn.

Dit moet afgelopen zijn. En dat kan ook. Zelfs binnen het huidige Nederlandse asielbeleid is het mogelijk om de instroom in te dammen, de overlast aan te pakken en de terugkeer aan te moedigen. Hiertoe stelt JA21 in dit actieplan elf concrete maatregelen voor.

Joost Eerdmans